Konijnen Anesthesie

Konijnen zijn gevoeliger voor anesthesie dan honden en katten. Dit is deels te verklaren doordat konijnen veel gevoeliger zijn voor bepaalde stresshormonen. Verder zijn sommige konijnen het helemaal niet gewend om gehanteerd te worden met extra stress tot gevolg. Wetenschappelijk onderzoek heeft uitgewezen dat gemiddeld 0,3% van de konijnen in de problemen komt. Dit is een groter aantal dan bij pakweg de hond (0,0005%) maar weegt niet op tegen het risico dat uw konijn baarmoederkanker krijgt op latere leeftijd. Het is ook altijd veiliger om een jong, gezond dier onder anesthesie te brengen dan een ouder of ziek dier (bv. een oudere voedster met baarmoederkanker).

In onze praktijk maken wij er werk van om de anesthesie bij konijnen zo veilig mogelijk te laten verlopen. Hiervoor gebruiken we de meest recente anesthesieprotocols voor konijnen. Elk konijn wordt eerst uitgebreid nagekeken waarbij o.a. het hart en de ademhaling worden gecontroleerd. Verder krijgen ze altijd eerst een sedativum (sufprik) via een oorcatheter, om rustig te worden en steeds een sterke pijnstiller. Pas daarna wordt overgegaan tot de anesthesie. Reeds voor de start van de operatie krijgt het konijn al extra zuurstof toegediend (pre-oxygenatie). De anesthesie zelf wordt zowel per injectie als d.m.v. gas via een larynxmasker (V-gel) toegediend. De zuurstofsaturatie in het bloed, de koolstofdioxide in de uitgeademde lucht en de hartfrequentie worden permanent opgevolgd m.b.v. een pulsoxymeter en capnograaf. Ook de temperatuur wordt met een permanente sonde constant gecontroleerd.

Verder is onderkoeling een belangrijke reden voor complicaties tijdens de anesthesie. Wij voorkomen dit door uw konijn, vanaf het moment dat het arriveert, in een extra verwarmde ruimte te zetten. Tijdens de operatie en het wakker worden, wordt het op een warmtekussen en onder een warmtelamp gelegd.

Net als bij katten en honden is het bij een ouder konijn ook mogelijk om vooraf een bloedonderzoek uit te voeren. Zo zijn we zeker van de goede werking van de organen alvorens het dier onder anesthesie te brengen.

Larynxmasker of V-gel

Om de risico's tijdens de anesthesie zo laag mogelijk te houden, is het belangrijk om voor, tijdens en na de operatie steeds toegang te hebben tot de luchtwegen van het konijn. Vroeger werd dit soms gedaan met een neusmasker of een tracheotube (buis in de luchtpijp). Via deze methodes konden gasanesthesie en zuurstof worden toegediend maar toch hadden deze technieken veel nadelen: via het neusmasker kan niet actief beademd worden wanneer het konijntje stopt met ademen en de endotracheale tube veroorzaakt steeds letsel aan de luchtpijp aangezien deze rechtstreeks in de luchtpijp wordt aangebracht. Ook is het plaatsen van een tracheotube technisch moeilijk omdat konijnen een zeer nauwe mond hebben en de luchtpijp ver achteraan in de keel ligt. Vaak hadden de dieren hierdoor na de operatie last van keelpijn zodat ze niet wilden eten. Onderstaande afbeelding laat zien hoe de onderkant van de tracheotube steeds over de luchtpijp schaaft en zo irritatie veroorzaakt.

Sinds kort bestaan er speciale maskers om over de larynx, ook wel strottenhoofd genoemd, te schuiven. Deze hebben als voordeel dat het konijn veel sneller geïntubeerd kan worden omdat het masker gemakkelijker in gebruik is dan een tube: zelfs bij beperkte zichtbaarheid zit het larynxmasker nagenoeg altijd op de juiste plek binnen de 5-10 seconden. Verder wordt de luchtpijp niet beschadigd zoals bij een gewone tube en kan er op dezelfde manier gas en zuurstof worden toegediend als bij een gewone intubatie. Ook het monitoren van de zuurstofspanning en de koolstofdioxideconcentratie is perfect mogelijk. In onze praktijk maken wij bij konijnen enkel nog gebruik van deze laryngeale maskers of ‘V-gels’. Wij beschikken over zes verschillende maten zodat we voor elk konijn de gepaste V-gel kunnen selecteren.

Onderstaande afbeeldingen laten de werking van deze maskers zien: na het vlotte inbrengen van de V-gel wordt de slokdarm afgesloten waardoor al het gas en zuurstof enkel in de luchtpijp terecht komen, zonder dat er daarbij een tube in de luchtpijp moet worden geplaatst. 

V-gel konijn
De V-gel kan snel geplaatst worden.
De V-gel zit binnen de 5-10 seconden ter plaatse.
De V-gel schuift over het strottenhoofd en sluit de slokdarm af.