Niesziekte kan bij de kat
veroorzaakt worden door verschillende virussen (Herpesvirus en Calicivirus) of
bacteriën (Chlamydia). Door een verzwakken van de weerstand wordt het dier
extra gevoelig voor bijkomstige bacteriële infecties. Niesziekte wordt overgedragen
via neusvocht en speeksel. Het kan soms even duren vooraleer een besmet dier
ziek wordt, maar als ze symptomen vertonen zijn deze zeer gelijkaardig aan
griep bij de mens. De dieren hebben verdikte oogjes, neusvloei en niezen. Soms
kunnen er ook wonden op de tong ontstaan. Vooral voor kittens is deze ziekte
gevaarlijk: wanneer zij een verstopte neus hebben, zullen zij niet meer eten en
drinken, waardoor ze snel verzwakken. Een dier dat herstelt van niesziekte, kan
later soms opflakkeringen krijgen van deze ziekte wanneer de immuniteit daalt
(vb. bij andere ziektes of door stress).
Preventief kan u uw kat dus best
laten vaccineren tegen deze aandoening. Ook hierbij gebeurt de vaccinatie op 9
en 12 weken, waarna ze best jaarlijks wordt herhaald. De vaccinatie biedt geen
100% bescherming, maar zorgt er wel voor dat de dieren minder ziek worden.