De vaccinatie tegen hondsdolheid is het enige wettelijk gereguleerde vaccin. De reden waarom de wet zich bezig houdt met dit vaccin is omdat dit een ziekte is die altijd dodelijk is eens de symptomen zichtbaar zijn en die ook dodelijk is voor mensen. België is al jaren vrij van hondsdolheid en de gevallen die nu nog gemeld worden, hebben de ziekte steeds in het buitenland opgelopen. Vleermuizen en vossen zijn de grootste boosdoeners.
De ziekte wordt overgedragen via het speeksel van besmette dieren. Het virus nestelt zich in de hersenen van het dier en zorgt ervoor dat het agressief wordt en andere dieren gaat bijten. Zo komt het speeksel diep in de weefsels van het gebeten dier terecht en kan het virus zich in zijn nieuwe gastheer vermenigvuldigen.
De tijd tussen de beet en het verschijnen van de eerste symptomen kan heel lang duren: gaande van 1 week tot 8 maanden. De meest voorkomende symptomen zijn speekselen, agressie, gedragsveranderingen, slikproblemen en verlamming van de achterpoten. De dieren sterven meestal binnen de week na het verschijnen van de symptomen.
Er bestaat geen behandeling voor hondsdolheid en besmette dieren moeten altijd geëuthanaseerd worden.
Preventief kan worden gevaccineerd. Dit vaccin is verplicht wanneer een dier de landsgrens oversteekt. Het eerste vaccin is pas 21 dagen na injectie geldig dus bij reisplannen moet u tijdig uw dier laten vaccineren. Vaccineren moet slechts 1x om de 3 jaar gebeuren voor landen binnen de EU. Vaccineren mag ten vroegste op 12 weken leeftijd. Hierdoor kan een puppy pas ten vroegste vanaf 15 weken leeftijd de grens oversteken.
Sinds maart 2015 is het niet meer verplicht om tegen hondsdolheid te laten vaccineren wanneer u naar de Ardennen (ten zuiden van Samber en Maas) gaat (tenzij u uit Nederland komt en dus een landsgrens oversteekt!).