Inleiding
Caniene Herpesvirus (CHV), de oorzaak van het "fading puppy syndrome", is een besmettelijk virus dat zich ter hoogte van de ademhalings- en voorplantingsorganen van volwassen honden bevindt. Bij volwassen honden geeft het virus meestal geen of lichte ademhalingssymptomen maar is vaak fataal bij jonge of ongeboren puppy's.
Overdracht
Het CHV wordt gemakkelijk overgedragen van de teef op de pups, soms reeds voor de geboorte. Omdat het herpesvirus aanwezig is in het ademhalingssysteem, gebeurt de overdracht naar de pups vaak via neusvloei of speeksel. Het kan ook d.m.v. vaginale excreties worden overgedragen op de jongen. Ook overdracht van pup naar pup is mogelijk.
Volwassen dieren besmetten elkaar via seksueel contact.
Symptomen ontwikkelen zich vaak binnen een week na blootstelling aan het virus.
Symptomen
Symptomen bij volwassen honden:
- Vaginale pijn en etterige uitvloei bij teven
- Abortus, doodgeboorte of onvruchtbaarheid bij de teef
- Weigering om de puppy's te zogen
- Terugkerende letsels op de voortplantingsorganen
- Ontsteking van de voorhuid van de penis
- Kennelhoest
Volwassen honden kunnen jaren als drager leven zonder enig symptoom, terwijl ze de ziekte wel kunnen overdragen. Bij teven zien we de letsels vaak terugkeren tijdens de loopsheid.
Bij puppy's worden voornamelijk dieren van 0 tot 3 weken oud aangetast. De ziekte verloopt zeer snel en vaak treedt acute sterfte op zonder symptomen.
Symptomen bij puppy's:
- Ademhalingsproblemen en neusvloei
- Buikpijn en opgezette buik
- Zachte, geelgroene ontlasting
- Neusbloeding of kleine letsels op de slijmvliezen
- Uitslag op de buik
- Onderkoeling zonder koortsfase
Diagnose
Het zeer snelle verloop en de plotse dood, in combinatie met het lichamelijk onderzoek zijn zeer suggestief voor het CHV. Meestal wordt postmortem het virus geïsoleerd in aangetast weefsel (nieren, lever, milt, ...). Op lijkschouwing kunnen meestal bloederige letsels in het lichaam van de gestorven pup worden teruggevonden. Bij volwassen dieren zien we meestal letsels op de voortplantingsorganen.
Naast lijkschouwing kunnen er verschillende bloed- en PCR-testen op levende dieren uitgevoerd worden.
Behandeling
De behandeling vereist intensieve opvolging van de puppy's en medicatie tegen diarree. Vloeistoftherapie en dwangvoedering kunnen noodzakelijk zijn als ze weigeren te eten. De puppy's moeten warm gehouden worden omdat hierdoor de overlevingskansen toenemen (het virus vermeerdert zich het snelst in koelere omgeving).
Pups die de ziekte overleven hebben permanente schade in de hersenen, lever, lymfeknopen en nieren.
Preventie
Preventie van het CHV gebeurt door het vaccineren van het moederdier d.m.v. 2 injecties:
- Eerste injectie: tijdens de loopsheid of 1-2 weken na de dekdatum
- Tweede injectie: 1-2 weken voor de verwachte werpdatum
- Hervaccinatie: gedurende elke dracht volgens hetzelfde schema
Het virus is relatief resistent tegen ontsmettingsmiddelen zodat regelmatig schoonmaken van de bedding van de honden is aangeraden.